06 53 41 88 43
Bij overlijden (24/7)
Zaterdagportret Peter van Bokhorst - Gooi en Eembode 30 juli 2022
Tekst: Karin van Leeuwen / Foto Miché / Bastiaan Miché
'Als afscheidsregisseur is het zaak
om te horen wat niet wordt gezegd'
Soms is het allemaal zo simpel en zorgt het leven ervoor dat alles naadloos in elkaar schuift. Corona daagt je uit creatief te zijn en zo ben je naast toneelregisseur ook een afscheidsregisseur. In eerste instantie lijken die twee mijlenver uit elkaar te liggen maar schijn bedriegt. Peter van Bokhorst schetst moeiteloos de overeenkomsten.
Het is in de jaren zeventig als Van Bokhorst zijn vriendjes optrommelt en in optocht naar de overkant van de flat waar hij met zijn vader en moeder woont, loopt. Op naar de Noorderbegraafplaats. Want daar kon je zo fantastisch cowboytje spelen. Lekker rustig en overzichtelijk. Dat de beheerder van de begraafplaats de vader van een vriendje was en een oogje dichtkneep als de knapen er kwamen spelen, was mooi meegenomen. Zo konden de cowboys, zonder dat ze in hun kraag werden gegrepen en werden weggestuurd, achter de indianen aan.
Dat hij er vijftig jaar later weer geregeld zou komen, kon hij natuurlijk niet vermoeden. Kinderen willen piloot worden, kapster of brandweerman. Begrafenisman kwam niet in dat rijtje voor. “Toch wilde ik dat worden, begrafenisman. Echt, als er een rouwstoet door de straat reed, zat ik met mijn neus tegen raam. Ik vond dat zo fascinerend.”
Huiskamer van Springer
De woensdag dat hij het grindpad van de begraafplaats op de Bosdrift opknerpt, is ondanks het vroege tijdstip, een warme. Daar komt hij aan, een statige kerel met zijn colbert losjes over zijn schouder, zijn overhemd smetteloos wit. De vrijwilliger van het inloopcafé Huiskamer van Springer schenkt twee koffie en legt een door een andere vrijwilliger zelfgebakken koekje bij. “Zit een vleugje citroen door, ze zijn heerlijk.”
​
De parasols op het terras voor het café klapt hij uit. Koelte. Van Bokhorst (1962) leunt achterover op het bistrostoeltje, voert een telefoongesprek, ‘sorry, deze moet ik even nemen’, en kijkt zijn ogen uit. “Ik ken deze plek eigenlijk niet echt. Ben er volgens mij nooit geweest, maar man, wat is het prachtig hier.” Uitkijkend op de begraafplaats die Leonard Springer in 1890 ontwierp, graaft Van Bokhorst regelmatig diep in zijn geheugen. Soms is alles al zo lang geleden dat ‘ie er even over moet nadenken.
​
Sportief
Geboren in ‘s-Graveland, getogen in Hilversum. Eerst gewoond op de Kometenstraat waar ook Rijwielhandel De Weerd was gevestigd. “Ik was zo niet sportief, bewegen vond ik niks. Mijn ouders dachten daar anders over en spoorden me aan me aan te sluiten bij wielerclub De Adelaar. Fietsenmaker De Weerd was verbonden aan die wielerclub en had nog wel een fietsje staan. Ik vond er echt helemaal niks aan. Ik vond het doodeng om in zo’n groep te fietsen.”
​
Jeugd
Het gezin Van Bokhorst verhuisde van de Kometenstraat naar Laan 1940-1945 in Noord. Tegenover de begraafplaats dus. Een mooie jeugd had ‘ie daar en hoewel hij al jaren niet meer in de Mediastad woont, liggen hier zijn roots geeft hij toe. Daar in Noord startte zijn carrière als toneelregisseur. “De kelderbox onder de flat werd mijn playground. Daar speelde ik poppenkast, voerde toneelstukjes op en waande me dj als ik plaatjes draaide. Kinderen uit de straat en mijn vriendjes waren mijn publiek.” Laatst kwam hij een buurjongen van toen tegen. “Peet,” zei hij, “doordat jij plaatjes in de kelder draaide, werd ik gegrepen door de muziek. Hoewel ik dat toen niet in de gaten had, is het wel zo.” Dat diezelfde buurjongen een redelijk bekende dj is geworden, streelt het ego van Van Bokhorst best een beetje. Zijn lagere schooltijd bracht hij eerst door op de Jan Ligthartschool en toen hij verhuisde naar Laan 1940-1945 ging naar de Lelyschool.
Sinterklaas toneel
Daar op de Lelyschool werd hij gegrepen door toneel. “Elk jaar gingen we met school in december naar Gooiland. Daar werd dan een Sinterklaas-stuk gespeeld. Ademloos keek ik ernaar. Dat was het moment, dat ik wist: dat wil ik als ik later groot ben ook.” Niet alleen speelden juffen en meesters van de Lelyschool mee, ook de Violenschool en de Fabritiusschool namen er deel aan. Later werd hij als regisseur aangetrokken door de Vereniging Sint Nicolaas en regisseerde hij de docenten die hij als kleine jongen zo had bewonderd. Hij vindt het jammer dat het Sint Nicolaas toneel een zachte dood is gestorven. Zo gaan die dingen.
​
Art Director
Na de zesde klas fietste Van Bokhorst dagelijks het viaduct en de Watertorenbult over om naar het Roland Holst College te gaan. Hij wist wat hij wilde: grafisch ontwerper worden. Daarmee zou hij zijn geld kunnen verdienen. Daarvoor moest hij naar de technische school in Kerkelanden. Ingewikkeld, want het ging hem niet om de lessen waarin hij leerden gutsen, timmeren en zagen. Daar had hij echt helemaal niks mee. Hij moest twee jaar op zijn tanden bijten en toen kwamen de lessen die hij nodig had om naar de grafische mts te kunnen gaan. De opleiding deed hij, grafisch vormgever werd hij. Belandde in het snelle wereldje van reclame en marketing als Art Director. Werkte bij Amsterdamse reclamebureaus, dacht mee over de mooiste campagnes en daarnaast stond zijn andere passie: toneel.
Professioneel acteur
In zijn vrije tijd speelde hij jaren bij Kunst en Genoegen en richtte later Toneelgroep Hilversum op. Jarenlang was hij als artistiek leider verbonden aan de Plankeniers en sinds zes jaar is hij dat van het Noord Hollands Toneel. Hij werd ontdekt door het professionele toneel en onder meer speelde in One Flew over The Cuckoo’s nest bij Joop van den Ende Productions en bij Bos Theaterproducties met Victor Low en Vera Mann in Nieuw Geld.
NH Toneel
Aan het Noord Hollands Toneel heeft hij zijn handen vol. “Ach, ik was zo blij toen we weer mochten spelen ook al was de zaal half leeg door de coronamaatregelen. Maakte niet uit, we konden in elk geval het toneel weer op.” Ja, corona doorbrak een patroon van veertig jaar: elke dag bezig met toneel, met teksten uit je hoofd leren, oefenen, repeteren, optreden en het applaus in ontvangst nemen. De herhaling stelt hem gerust.
Empatisch vermogen
Diezelfde corona zorgde ook voor een carrièreswitch. Het virus legde het werk als freelance vormgever lam. Aan creativiteit geen gebrek en het idee om uitvaartverzorger te worden, werd geboren en uitgewerkt. Nadenkend over de inhoud van het werk in de uitvaartbranche werden de overeenkomsten met zijn rol als regisseur steeds duidelijker. “Net als in het theater moet je kunnen samenwerken en adviseren. Creatief zijn. Snel en effectief improviseren als dat nodig is. En vooral goed kunnen luisteren.”
Horen wat niet wordt gezegd, tussen de regels doorlezen. Van Bokhorst maakt het zich eigen. Weet ook dat hij nu de juiste leeftijd heeft, dat het wel snor zit met zijn empathisch vermogen. Zijn stem is laag en warm en schept vertrouwen. Verbinden. Dat woord valt een aantal keer, verbinden dat is wat ‘ie doet.
Kleurrijke uitvaart
Neem nou de uitvaart die hij mocht verzorgen voor Aukje. Een eigenzinnige dame van in de zeventig, moeder van een vriendin van Van Bokhorst. “Vriendin en moeder hadden een slechte band maar als enig kind zat er niets anders op dan het contact aan te gaan toen bleek dat haar moeder terminaal was. ‘Peter, wil jij ons helpen?’ vroeg ze. Maar natuurlijk. Ik toog naar Flevoland, stopte in Lelystad en trof een bijzondere vrouw met maandelijks wisselende kapsels. Niet alleen de snit veranderde, ook de kleur. Ik ging het gesprek aan dat alle kanten uitging, maar niet de kant die ik voor ogen had. Ze kwam oorspronkelijk uit Friesland, brabbelde over haar ‘pake’ en ‘beppe’ en ik moest moeite doen haar te volgen. Op de achtergrond stond 100%NL aan; ze was dol op het Nederlandstalige lied. De Dijk, die band vond ze echt fantastisch. Die zanger, kom hoe heet-ie ook al weer? Ja! Huub van der Lubbe, die bedoelde ze, dat was zo’n prachtige man. Ik zag het vuur in haar ogen en eindelijk gaf ze me richting. Een standaard uitvaart met een ingetogen rouwauto paste niet bij deze dame. Met haar dochter puzzelde ik het uit. Een heel groot uitvaartpotje had ze niet, dus het was schuiven. Geen probleem. Waarom een kist van tweeduizend euro als die van driehonderd ook voldoet? Zo konden we uitpakken met de rouwwagen want samen met haar kozen we voor een felgekleurde, hippe rouwauto en tijdens de uitvaart schalde de liedjes van De Dijk snoeihard uit de speaker. Omdat ze me zoveel had verteld, kon ik een speech schrijven die een glimlach op de gezichten van de nabestaanden toverde. Zo kenden zij Aukje ook. Eigenzinnig, markant, flamboyant. De uitvaart was hoe de dochter en haar moeder het voor ogen hadden en ondanks de slechte relatie kwamen ze dichterbij elkaar dan ooit. Dat is een mooi compliment waarop ik weer even kan teren.”
Vrijblijvend gesprek over afscheid
Het tweede kopje koffie wordt neergezet. Aangenaam verrast is Van Bokhorst door de kop en schotel met bloemen. “Het heeft wel wat dat ouderwetse servies. Ik zit opeens weer bij mijn oma en drink een kopje thee.” Waar was ‘ie gebleven? O ja. “Inmiddels weet ik dat een gesprek over een naderend afscheid niet zwaar hoeft te zijn. Wat niet wegneemt dat het mij zo nu en dan ook flink ontroert. Zeker als het jonge mensen betreft. Dan houd ik het ook niet altijd droog. Maar doorgaans zijn de gesprekken mooi en denkt best een groot aantal mensen na over het eind en het afscheid. Weten ze goed wat ze willen maar vaak nog beter wat ze niet willen.”
Voor die gesprekken bezoekt hij mensen thuis of hij spreekt af op een terras. “Mooi toch? Gaan we gezellig naar Mout in Hilversum of Moeke Spijkstra in Blaricum, wat je wilt, en kletsen we onder het genot van een lekkere cappuccino of een koele rosé over de wensen. Soms zijn mensen wat zenuwachtig voor zo’n gesprek, maar als we klaar zijn, zijn ze opgelucht en blij. Het is niet zwaar, niet zakelijk, maar gezellig. En ondertussen doe ik mijn werk, luister ik naar wat iemand wil en zoek daarbij de mogelijkheden.”
Bombastisch vazen
Mooi zou hij het vinden als hij de wat exclusievere uitvaarten met zijn Afscheids Compagnie kan verzorgen. “Mijn werkveld is het Gooi en Amsterdam en steeds vaker zie je dat mensen uitpakken op hun afscheid. Kiezen voor grote, bombastische vazen vol prachtige bloemen, een traiteur laten aanrukken omdat ze vooral geen droog plakje cake aan hun nabestaanden willen laten serveren. Bij elkaar komen op bijzondere locaties waarmee de overledene een band had, want dat is een hardnekkig misverstand; mensen denken vaak dat de nazit met de familie ook moet worden gehouden op de plek waar de begrafenis of crematie is. Dat is dus niet zo. Had de overledene een stamkroeg? Ik neem contact op met de uitbater en regel dat daar een samenkomst kan worden gehouden. Niks is te gek.”
Afscheidsfilm
In Amsterdam ziet hij het gebeuren: de uitvaarten waar niet op een euro meer of minder wordt gekeken. Pracht en praal en vooral laten zien wie degene kist was toen hij nog leefde. Aan een soort diavoorstelling doet Van Bokhorst ook liever niet; hij wil wel graag foto’s. Geen statieportretten maar kiekjes uit het verleden. “Van al die foto’s maak ik een soort bewegende film. Vinden mensen prachtig. Toen ik de uitvaart van een jong meisje mocht verzorgen hadden we het erover. ‘Peter,” zei ze, ‘kun je mijn film alvast maken? Het is een gek idee dat jij iets maakt en ik dat weet maar dat ik het zelf niet meer zie. Ik wil weten wat je ervan hebt gemaakt.’ Ik deed het. En zo zaten we samen met tranen in onze ogen naar haar levensfilmpje te kijken. Mooi hè?” vraagt hij met z’n lage stem en vochtige ogen. Een antwoord verwacht ‘ie niet. Het is het regelen, het ritselen dat hij zo goed kent van toneel. “Als toneelregisseur moet ik ook voor alles zorgen en het liefst zo goedkoop mogelijk. Dat is de sport, daar ligt de uitdaging. En die parallel zit nu ook in mijn werk als afscheidsregisseur. Die skills komen me goed van pas nu.”
Als hij de kopjes die hem terugvoeren naar zijn oma terugbrengt, deelt hij en passant zijn visitekaartje uit. Je kunt niet weten. En zeg nou zelf, dit is toch een fantastische plek. Hij ziet het voor zich: een paar statafels, muziek en een haringkar. Of mag dat niet? Het rondje dat hij maakt over de begraafplaats verrast hem. Een verborgen pareltje in Hilversum, hij is blij dat hij het nu kent. Hij pakt zijn tas, checkt zijn telefoon en groet vriendelijk. Met een trage tred loopt hij de begraafplaats af.
Daar gaat ‘ie, Peter van Bokhorst, toneelregisseur, grafisch ontwerper en acteur. Want had hij verteld dat hij in het verleden te zien was in televisieseries? Dat hij vier seizoenen lang de rol van de burgemeester van Vlieland in Dokter Deen speelde? Dat hij oppopte in Goede Tijden Slechte Tijden, Westenwind en de Meiden van de Wit? En kan je je verhuizer Jan van Otterlo van de Telefoongids nog herinneren? Dat was hij ook. Wat? Je weet niet wat een telefoongids is. Hij grijnst en steekt zijn hand op.
​
​